Ruim 80% van deze groei bestaat uit eenpersoonshuishoudens, onder meer door de toenemende vergrijzing. Omdat na 2030 de groei sterk afneemt, zijn de komende 10 tot 15 jaar cruciaal. Niet alleen om voldoende woningen te bouwen, maar ook om de leegstand in steden en dorpen om te buigen naar kansen.
Van de winkels in Brabant staat 11% leeg, bij kantoren gaat het om 21% en bij maatschappelijk vastgoed (zoals scholen, culturele centra en buurthuizen) om 10%. Het ombouwen van deze panden naar woonruimte is niet altijd de gemakkelijkste oplossing. Wel biedt het de mogelijkheid om huur- en koopwoningen te mixen en verschillende doelgroepen samen te brengen.
Roosendaal bouwt geen woning meer ‘in het maisveld’
De gemeente Roosendaal is hier al druk mee bezig. De stad bouwt geen woning meer ‘in het maisveld’, maar alleen nog binnen de bestaande stad. Verschillende leegstaande kantoren zijn al getransformeerd tot woningen. Zoals het oude douanekantoor met 44 huurappartementen in de goedkope en middeldure prijsklasse. En ook met lege winkels wordt ingespeeld op de vraag naar betaalbare, kleinschalige woonruimten.
Bijvoorbeeld in de Molenstraat in de binnenstad. “Hier zijn 3 leegstaande winkelpanden omgebouwd tot 12 kleine huurappartementen voor een- en tweepersoonshuishoudens”, vertelt wethouder Toine Theunis. “Wij kiezen heel bewust voor transformatie van panden en voor bouwen binnen de stad. 95% van de nieuwe woningen die we realiseren is hiervoor gereserveerd.”
‘Uitbreiding van woonwijken aan de randen van de stad ligt niet voor de hand.’
“De woonfunctie is nog vrijwel de enige functie waar groei in zit, en dan vooral in de een- en tweepersoonshuishoudens. Uitbreiding van woonwijken aan de randen van de stad ligt niet voor de hand; er is meer behoefte aan wonen in de stad.”
De wethouder beaamt dat inbreiding en stedelijke transformatie behoorlijk complex en kostbaar zijn. “Je bent bezig met een ontwikkeling in een bewoonde omgeving, waar al mensen wonen die bezwaren kunnen hebben. Participatie en inspraak zijn dan ook heel belangrijk. Het zijn vooral de lokale ontwikkelaars in combinatie met lokale investeerders die het verschil maken. De rol van de gemeente is faciliteren en zorgen voor verbindingen door een groot netwerk op te bouwen.”
De uitbreiding van de woningvoorraad, de aanpak van leegstand en de verbetering van de omgeving pakt de provincie samen met gemeenten en marktpartijen op. Maar ook vanuit Brabanders zelf ontstaan vernieuwende initiatieven. Her en der rijzen ‘tiny houses’ (miniwoningen met een minimale ecologische voetafdruk) en pop-up woningen (demontabele, recyclebare woningen) op.
In Eindhoven heeft een groep mensen zelfs een hele eigen buurt gerealiseerd, Cohousing Strijp R.
Jaren 70
Het fenomeen ‘cohousing’ is een vorm van gemeenschappelijk wonen, die eind jaren 70 in Denemarken is ontstaan. In Nederland is deze manier van wonen ook hip aan het worden.
De Pixelhof op Strijp R in Eindhoven lijkt op een gewone buurt, met nieuwbouwwoningen en tuintjes. Wat niet gebruikelijk is zijn de gemeenschappelijke voorzieningen: van een appartement voor logés en voor activiteiten tot een klusruimte, een fietsenstalling en een berging. Het resultaat is een woongemeenschap nieuwe stijl: samen wonen met behoud van privacy. “Collectief, maar niet klef”, zegt mede-initiatiefnemer en bewoner Marco Vlemmix. “We lopen niet de deur bij elkaar plat, maar die staat wel open. Er heerst een open cultuur, heel anders dan als je anoniem in een doorsnee straat woont. We delen veel én hebben genoeg privacy. Na driekwart jaar hier te wonen blijkt dit een gouden formule te zijn.”
De 14 huishoudens – “van piepjong tot gepensioneerd, met en zonder kinderen” – kwamen via via bij elkaar. Hun woonwensen waren de gemene deler: een duurzaam gebouwde woning dicht bij de stad, zonder geparkeerde auto’s voor je neus, in een groene omgeving, met gezamenlijke faciliteiten. “Mensen weten zelf heel goed hoe ze willen wonen. Maar wat de markt aanbiedt, sluit hier niet op aan”, zegt Vlemmix. “Nog steeds wordt er meestal eerst gebouwd en dan pas naar bewoners gezocht. Wij hebben dit omgedraaid door eerst de bewoners bij elkaar te krijgen en gezamenlijk te bepalen hoe we onze eigen woonomgeving wilden creëren. Zonder overigens alles vast te timmeren in regeltjes, want daar zijn we wars van. De pluspunten van cohousing zijn rechten, geen plichten. Dat gaat op termijn misschien tegen ons werken, maar dat lost zich dan wel op. Alles vormt zich hier organisch.”
Er zijn nog geen reacties. Voegt u er als eerste een toe?